De kracht van groeitaal

Wat ben jij slim! Dat heb jij goed gedaan. Wat een mooie tekening! Knap hoor, 0 fouten. Hier staat een aantal voorbeelden van feedback en complimenten die vaak worden gegeven in de klas. Heerlijk om te horen natuurlijk, maar dragen ze ook echt bij aan het leerproces, het leervermogen van leerlingen, en hun plezier in het leren?  In dit artikel leg ik je uit hoe wij groeitaal kunnen inzetten om leerlingen echt te helpen leren en ontwikkelen. 

Positieve mindset ontwikkelen

Mindset bestaat uit de overtuigingen die we hebben over onze intelligentie, talenten en kwaliteiten. Als het gaat om leren zijn er twee soorten mindset: de vaste en de groeimindset. Iemand met een vaste mindset heeft het idee dat intelligentie vast staat, dat talenten aangeboren zijn, dat kwaliteiten in de genen zitten en ziet een kind niet in uitdagingen. Met andere woorden, het heeft weinig zin om je ergens echt voor in te spannen, want je kunt het of je kunt het niet. Iemand met een growth mindset gelooft dat alles te leren is, als er maar tijd en moeite in wordt gestoken. Oftewel, je bent altijd in staat om te groeien. Mindset, waaronder de groeitaal die uitdagingen stimuleert, kan worden gezien als een continuüm. Soms zit je meer richting de vaste kant en soms meer richting de groeikant. Dit is afhankelijk van de taak en de situatie.

De theoretische basis voor het gebruik van groeitaal is gebaseerd op de theorie van Carol Dweck. Zij is professor in de psychologie.

Ontdek wat goede feedback doet in de klas

Mindset

Met onze manier van feedback geven kunnen wij de groeimindset bij leerlingen stimuleren. Het is dan belangrijk om te letten op de volgende punten:

  1. Geef feedback op het proces en op gedrag, dit stimuleert het lerend vermogen. We zijn vaak geneigd om feedback te geven op het product wat juist een vaste mindset in de hand werkt.
  2. Wees specifiek. Geef gerichte feedback in plaats van een algemeen ‘goed gedaan’. Leerlingen weten in dat laatste geval vaak niet precies wat ze goed hebben gedaan en kunnen hier dan ook niets mee in volgende opdrachten. Dit is een belangrijk punt waar fouten maken een rol speelt.
  3. Zorg dat de feedback gewenst is. Zit een leerling wel te wachten op jouw feedback? Misschien zat de leerling wel net lekker in zijn concentratie en haal je hem daar ongewenst uit. Zorg dus altijd dat je alleen feedback geeft op het moment dat het echt bijdraagt aan het proces waar een leerling in zit.
  4. Met vertrouwen in het lerend vermogen. Heb hoge verwachtingen van de leerlingen, stel groeivragen en vertel dingen. Spreek dit ook op stimulerende wijze uit. Zorg dat de leerlingen weten dat jij vertrouwen hebt in hun kunnen en potentieel om te groeien. Kleine kanttekening: hou het wel realistisch.
  5. Geef een leerling ruimte. Als een leerling bezig is met een taak die hij/zij als moeilijk ervaart, dan kan het zo zijn dat de leerling het gevoel heeft de taak niet te kunnen. Bespreek dan met het kind dat hij de taak NOG niet kan. In het woordje ‘nog’ zit heel veel ruimte voor de kinderen om de taak toch te gaan proberen zonder dat er meteen druk op ligt dat de taak perfect moet worden uitgevoerd. (Zie voor meer informatie mijn artikel over de leerkuil).
  6. Wees doelgericht. Zorg dat jouw feedback, die fouten maken en uitdagingen stimuleert, altijd gericht is op een doel waar de leerling aan werkt. Dit kan taakspecifiek zijn, maar bijvoorbeeld ook sociaal-emotioneel of gericht op persoonlijke groei.

Complimenten geven

Ook de manier waarop wij complimenten verpakken aan leerlingen kan bijdragen aan het ontwikkelen van een growth mindset. Het is hierin belangrijk dat de complimenten gaan over de ontwikkeling van het kind. 

Vergelijk het kind met zijn of haar eigen prestaties en niet met die van andere kinderen. Maak gebruik van werkwoorden die aangeven dat een leerling in een proces zit zoals ‘worden’, ‘leren’ en ‘doen’. Deze geven aan dat een leerling invloed heeft op het proces waar diegene in zit. Dit in tegenstelling tot het werkwoord ‘zijn’ dat een vaste staat aangeeft waar geen invloed meer op uitgeoefend kan worden. Bijvoorbeeld: je wordt steeds beter in het schrijven van de lusletters! t.o.v. Je bent goed in het schrijven van de lusletters! Zo zorg je er namelijk voor dat de later lager gelegd wordt voor kinderen.

Met de eerste geef je aan dat een kind goed onderweg is, maar er altijd nog ruimte is om te groeien. In het tweede geval is de taak af en voelt het kind minder ruimte en behoefte om zich nog verder te ontwikkelen. Zorg er als laatst voor dat een leerling complimenten krijgt over zijn/haar inzet en het leergedrag. Kortom: laat leerlingen weten dat zij hebben bereikt wat zij hebben bereikt door hun eigen instelling en door er hard voor te werken.

Gebruik groeitaal om een groeimindset te stimuleren bij jouw leerlingen

De manier waarop wij dingen verwoorden naar de leerlingen kan veel verschil maken. Op het moment dat je bewust inzet op taal om een groeimindset te stimuleren maak je gebruik van groeitaal. Deze taal is essentieel om leerlingen te laten geloven in hun eigen kunnen en zo verder te groeien dan ze ooit hadden gedacht.

Het maakt leerlingen veerkrachtiger en geeft ze meer zelfvertrouwen, waardoor ze beter met tegenslagen om kunnen gaan. Ook zorgen de inspanningen ervoor dat ze beter presteren, doorzetten en taken tot een goed einde kunnen brengen. Oftewel, de eigen kwaliteiten komen meer tot hun recht.

Uiteindelijk zal elk nieuw leerproces meer vertrouwen genereren, ondanks de uitdagingen die ze zullen tegenkomen. Blijf dus gefocuet om groeitaal te gebruiken!

Wil je naar aanleiding van dit artikel graag meer weten over de kracht van groeitaal? Leer dan meer over mindset in onze training!

Meer informatie?